Indische loopeend

Indische loopeend

‹  Terug naar overzicht Dieren

De Indische loopeend of flesseneend, is een bepaald ras dat van de wilde afstamt. Oorspronkelijk komt de Indische loopeend uit Indonesië en is daar gedomesticeerd (tam gemaakt door mensen). Deze eenden werden rond 1850 naar Europa en Amerika meegenomen. Kenmerkend is onder meer dat ze niet vliegen maar hoogopgericht rondlopen, het lijkt net of ze geen armpjes hebben. De rompbouw is flesvormig en heeft weinig borst. Vrouwtjes worden ongeveer 50 cm lang en mannetjes tot 66 cm, gemeten van kruin tot staart. Ze wegen tussen de 1,4 en 2,3 kilogram. De kleur van het verenkleed varieert van bont, wit tot zwart. Mannetjes zijn te herkennen aan een kleine krul in de staart. Vrouwtjes hebben deze niet. Ze kunnen 8 tot 10 jaar oud worden.

Loopeenden staan bekend om hun bijzonder hoge leg, zo'n 150 tot 200 eieren per jaar, soms zelfs meer. De eieren worden gelegd op de meest uitlopende plekken, ze maken geen nesten. De broedperiode duurt 28 dagen. Alleen de vrouwtjes kwaken, mannetjes maken een schor zacht geluid. Alhoewel ze graag brood en graan eten, lopen ze het liefst op het gras op zoek naar wormen, slakken en vangen zelfs vliegen en zo bestrijden ze de overlast aan vliegen op de Kiboe. Je mag ze graan uit de automaat voeren. Maar niet achter ze aan rennen, omdat ze niet zo goed kunnen hardlopen vinden ze dat heel eng!

‹  Terug naar overzicht Dieren
voor iedereen