De geschiedenis van tamme of gedomesticeerde ganzen ligt, zoals bij vele andere diersoorten, bij de mens. Eeuwen geleden werden tamme ganzen al gebruikt voor het vlees, de eieren, het dons en de veren (voor het maken van pijlen), en werden de tamme ganzen als bewakers van huis en erf gebruikt.
Eveneens werden er toentertijd van de grote slagpennen van de tamme ganzen pennen gemaakt om mee te schrijven. De beroemde ganzenveer. De voorouders van onze tamme ganzen, waren de Grauwe gans en de Zwaangans. Doordat de mens de wilde ganzen vingen en kortwiekte was het voor deze ganzen onmogelijk om nog te kunnen vliegen. Door het dagelijks voeren werden de ganzen bovendien veel te zwaar om nog te kunnen vliegen. Zodoende bleven deze ganzen bij de mens.
In Nederland worden de tamme ganzenrassen niet meer gebruikt voor de doeleinden waar ze in vorige eeuwen voor gebruikt werden. Tegenwoordig wil men graag een koppel ganzen als hobbydieren hebben. Mede omdat ganzen makkelijk te houden dieren zijn, en bovendien erg waaks zijn naar vreemden, kiest men vaak voor ganzen. Deze hobbydierhouders zijn er in grote mate verantwoordelijk voor dat deze vaak zeldzame en met uitsterven bedreigde ganzenrassen in stand gehouden worden.
De ganzenrassen die wij op de Kiboe hebben zijn; de gewone tamme of grauwe gans en de knobbelgans, die te herkennen is aan de knobbel op zijn snavel. In het voorjaar zijn de mannelijke ganzen; de genten, heel erg beschermend naar hun vrouwtjes, omdat ze dan eieren en jongen hebben, mensen mogen er dan niet in de buurt komen en ze kunnen dan onder luid gesis op je komen afrennen en je zelfs bijten in je benen. Ze, in deze tijd, met rust laten is dan ook het beste. Ganzen leggen grote eieren, binnen in de boerderij kan je die zien.
‹ Terug naar overzicht Dieren